Een kapotte transportleiding van water kan tot problemen leiden. Bijvoorbeeld met het bufferen van afvalwater. Op sommige plekken levert dit nog extra risico’s op, zoals bij een waterkering, onder een spoorrails of in een kwetsbaar natuurgebied. Waterschap Rijn en IJssel heeft ruim 400 km aan transportleidingen in eigendom en beheer. Deze leidingen zijn opnieuw in kaart gebracht om het onderhoud ervan beter te kunnen uitvoeren. Er is met voortschrijdend inzicht een nieuwe analyse gemaakt van de technische levensduur van de leidingen. De risico’s van een mogelijke leidingbreuk op de omgeving zijn geïnventariseerd. Het waterschap heeft nu inzicht in de conditie, prestatie, risico’s en kosten van de leidingen. En een gemeenschappelijk beeld over beheer en onderhoud.
Levensduur leidingen
De persleidingen en vrij-vervalleidingen transporteren afvalwater van gemeenten naar rioolwaterzuiveringsinstallaties. Sommige leidingen bestaan uit materiaal waarvan werd aangenomen dat de technische levensduur minimaal 60 tot 70 jaar zou zijn. Maar gassen in het afvalwater kunnen de leidingen zodanig aantasten dat de levensduur op sommige plekken korter is. Voor het waterschap is het belangrijk daarvan een goed beeld te hebben, zodat er tijdig onderhoud kan plaatsvinden en het risico van leidingbreuk wordt verkleind. Een goed overzicht is ook van belang voor het reserveren van voldoende onderhoudsbudget.
Risico’s in kaart gebracht
Projectleider George Bontjer van Waterschap Rijn en IJssel: ‘Een breuk in een transportleiding leidt tot problemen met het bufferen van afvalwater. Op sommige plekken levert dit extra risico’s op. Bijvoorbeeld bij een waterkering, onder een spoorrails of in een kwetsbaar natuurgebied. Daarom hebben we samen met Pragma de risico’s van onze leidingen op de directe omgeving in kaart gebracht. Want bij sommige leidingen willen we zeker stellen dat de effecten van bijvoorbeeld een leidingbreuk zich niet voordoen. Dat vraagt dus een ander type beheer en onderhoud dan bij leidingen die voor de omgeving minder risico opleveren.’
Efficiënter onderhoud
Uit de inventarisatie kwam naar voren dat vanaf 2029 jaarlijks gemiddeld zo’n € 3 miljoen moet worden uitgetrokken voor de vervanging van de transportleidingen. Bontjer: ‘Maar door het onderbrengen van de leidingen in het onderhoudsbeheersysteem, kunnen we voortaan nauwkeuriger bepalen waar onderhoud of vervanging noodzakelijk is. Zo kan dit efficiënt gebeuren en worden kosten bespaard.’
Gemeenschappelijk beeld
Het waterschap beschikt nu over proactief leidingbeheer en over een beleidsplan en een beheerplan rondom de transportleidingen. Daarmee heeft het waterschap inzicht in de conditie, prestaties, risico’s en kosten van de leidingen. Assetmanagement dus. Bontjer: ‘Net als bij onze gemalen en zuiveringen, onderhouden we de leidingen nu op basis van risico’s die we hebben vastgelegd in systemen. Hierdoor is onze werkwijze minder kwetsbaar en weten we wat we moeten reserveren voor onderhoud en vervanging. Medewerkers die direct te maken hebben met het onderhoud en beheer van de leidingen hebben we betrokken bij het project. Daardoor hebben we nu een gemeenschappelijk beeld over beheer en onderhoud, van kantoormedewerker tot monteur in de regio.’
Van kantoormedewerker tot monteur in de regio hebben we nu een gemeenschappelijk beeld over beheer en onderhoud.
Informatie
Wilt u meer weten over proactief leidingbeheer en assetmanagement? Neemt u dan contact met ons op. Wij vertellen u er graag meer over.